David Lang schreef The Public Domain voor 1000 zangers, uit te voeren in de publieke ruimte. Het stuk is wat het beschrijft: in de hedendaagse hoog-urbane samenleving komen 1000 zangers bijeen om samen te zingen over de stedelijke samenleving en wat mensen bindt. De tekst benoemt wat er voor nodig is om het humane karakter van het samenleven te bewaren en te versterken. De activiteit zelf van het samen zingen is daarvoor een goede ingang.
Het project geeft vorm aan een veelheid van doelstellingen van het festival: koormuziek die actueel en relevant is, die een verhaal vertelt, die nieuwe vormen onderzoekt en mogelijk maakt. Bovendien worden nieuwe doelgroepen ontsloten.
De uitvoeringslocaties zijn in dit verband veelzeggend. Op vrijdag 5 juli zal aan het eind van de middag de eerste uitvoering plaatsvinden in Amsterdam op het Mahlerplein, het hart van de Zuidas en de financiële wereld. Het Nederlands Kamerkoor richt zich in zijn financieringsbijdrage op de bedrijven die daar gevestigd zijn.
Op zaterdag 6 juli zal de tweede uitvoering plaatsvinden in het Haarlemse Schalkwijk, een etnisch diverse wijk aan de Haarlemse zuidkant, vrij geïsoleerd van de stad en zo goed als gespeend van culturele en andere voorzieningen. Cultuur wordt in deze wijk sinds kort actief ingezet voor de bevordering van de sociale cohesie. Beide plekken (Zuidas en Schalkwijk) zijn uitingen van de metropoolcultuur, waar bewoners elk hun eigen leven leiden binnen elkaar niet overlappende netwerken, maar waar tóch steeds burgers zich inzetten voor overkoepelende initiatieven op cultureel/maatschappelijk gebied zodat mensen gestimuleerd worden hun kleine kring te vergroten en hun horizon open te houden. Hier sluit The Public Domain naadloos bij aan door op kleine schaal netwerken open te gooien. We werken daarvoor samen met Stichting Culturele Activiteitein Schalkwijk. Voor alle duidelijkheid: het project streeft naar landelijke deelname én deelname door zangers van de Zuidas en Schalkwijk zelf – die ook onderling met elkaar in contact gebracht zullen worden.
PRAKTISCHE UITWERKING
1000 zangers worden al in de voorbereiding onderverdeeld in groepen van 40 man met elk een eigen dirigent en korter voor de uitvoeringen gebundeld in 5 groepen van 200 zangers met elk een eigen rol, tekst en positie in de ruimte – in principe een buitenruimte. Elk van de 5 groepen heeft een eigen (sub)dirigent, een centrale dirigent leidt het geheel. Er is geen strikte scheiding tussen uitvoerenden en publiek, de zangers vullen de publieke ruimte, het publiek is welkom zich tussen de zangers te begeven en de gezongen muziek van binnen uit mee te beleven. De groepen bewegen naar het centrum toe, zingen en bewegen gaan samen, met een gezamenlijke finale. Het stuk duurt 45 minuten.
Voor de uitvoeringen in Koorbiënnale streven we naar landelijke deelname, waartoe een wervingscampagne is opgesteld. We richten ons op 50% deelnemers uit de randstad en 50% uit ander delen van Nederland. Speciale aandacht wordt uiteraard besteed aan de werving van actieve deelnemers uit de steden en wijken waar de twee uitvoeringen zullen plaatsvinden: van advocaten en financiële experts tot lokale gospelkoren, buurtbewoners en vluchtelingen. Op die manier laten ook de deelnemers in hun diversiteit zien hoe uiteenlopend de kleuren, smaken en stijlen zijn van de mensen die in dit project een gemene deler vinden.
Het is mogelijk om als koor deel te nemen; voorbereiding gebeurt dan door de eigen dirigent. Projectkoren voor individuele aanmelders zijn er in Deventer, Tilburg, Rotterdam, Utrecht en Amsterdam. In deze steden vinden voorbereidende repetities plaats met steeds 200 zangers in mei en juni. Kort voor de uitvoeringen komen alle zangers één keer naar Haarlem voor de grote ‘montagedag’ en om het geheel in handen te geven van de muzikale tovenaar Peter Dijkstra.
We betrekken in totaal 25 ‘sub’- dirigenten bij deze mega-onderneming om te helpen in relatief korte tijd een koor te creëren dat iets te vertellen heeft. Voorafgaand krijgen zij een kennismakings- annex instructie dag met Peter Dijkstra, plus de regisseur en de choreograaf. Voor de sociale kant van het proces: hoe krijg je 200, laat staan 1000 zangers met elkaar in verbinding, wordt naast dirigent Peter Dijkstra is Hans Veldhuizen als tweede repetitor betrokken. Deze zal een actieve, inspirerende rol spelen gedurende het hele repetitieproces.
Het Nederlands Kamerkoor levert chefdirigent Peter Dijkstra plus enkele projectkoordirigenten. De beide optreedplekken zullen worden aangekleed met vlaggen en wimpels. De beleving van deelnemers en publiek zit in de combinatie van muziek, tekst, inhoud, beweging, en ook in de massaliteit van het geheel, dat burgers van allerlei achtergronden zich massaal verenigen rond één thema. Zoals eerder aangegeven gaat er een zekere activistische werking van The Public Domain uit.
RANDPROGRAMMA
Dit project ‘gaat’ over de rol van kunst bij actief burgerschap. Wat bindt ons? Hoe verhouden wij ons tot elkaar, en hoe kan muziek en samenzang helpen ons tot elkaar te verhouden? Dit thema wordt op verschillende manieren uitgediept.
Koorbiënnale geeft opdracht voor een reeks artikelen over de ontwikkeling van koormuziek in de laatste 20 jaar (parallel aan 10 edities Koorbiënnale) en over de relatie kunst / actief burgerschap, belicht vanuit verschillende culturen. De artikelen verschijnen in complete vorm op de website van Koorbiënnale en het festivalboek en mogelijk in de verschillende media. In afgeslankte vorm wordt de content ook ingezet voor social media en zaal-programmabladen.
Daarnaast is The Public Domain in zichzelf al een verdiepend programma. Vanwege de grootse opzet zijn inleidingen hier niet aan de orde. De impact van het project zal via media en social media ook breder voelbaar gemaakt worden en stof bieden voor interviews, artikelen en radio uitzendingen.
(indiener van dit project)